Alle taboes zijn intussen wel doorbroken, zou je zeggen. Kijk je per ongeluk ’s avonds laat naar tv dan zie je de ranzigste rotzooi voorbij komen; seks is al lang iets waar je niet over hoeft te zwijgen. In de commercials van uitvaartverzekeringen wordt vrijuit gepraat over de dood: ook dat is geen taboe meer.
Het lijkt wel alsof ‘ongezond leven’ het nieuwe taboe is geworden. In plaats van de oude tien geboden hebben we nieuwe geboden gekregen: Gij Zult Bewegen, Gij Zult Ontbijten, Gij Zult Een BMI van 22 hebben, Gij Zult Matig Zijn, Gij Zult Niet Roken, Gij Zult Bedevaarten Naar Sportscholen, Sauna’s en Thermen houden, Gij Zult Geen Verzadigde Vetten Of Snelle Koolhydraten Gebruiken.
Ongelovigen worden door velen met woede, door anderen met meelij aangekeken: ze weten vast niet beter, en er wordt veel geld gestoken in het bekeren van deze heidenen door hen ongevraagd te overladen met voorlichtingsspotjes en brochures. Dieetboeken en handleidingen voor de nieuwste sporthype doen de schappen in de boekhandel doorzakken gelijk de godsdienstige tractaten in een vorige eeuw.
Blaadjes als Health, die ik geregeld in mijn brievenbus vind, lijken erop uit te zijn om me een permanent schuldgevoel aan te praten. Wijken we een keer af van ons brave eetpatroon, dan noemen we dat ‘zondigen’ alsof we een zonde van Bijbelse proporties begaan. Het nuttigen van een zakje friet bezorgt ons een schuldgevoel alsof we zojuist overspel gepleegd hebben. En net als bij de zonden van vroeger, worden ze alleen maar aantrekkelijker door ze te verbieden. Wie overgewicht heeft wordt niet zozeer als iemand gezien die dikker is dan anderen, maar bijna als iemand met een karakterfout.
Over het uiteindelijke resultaat van gelovigheid kon men in het verleden in het duister tasten; men ging dood en kon de achterblijvers op aarde dan niet meer vertellen of het streven de hemel te bereiken het gewenste resultaat had opgeleverd. De religie van nu heeft een zekerder, maar niet minder frustrerend eindresultaat. Men gaat uiteindelijk toch dood, en de meesten door een akelige ziekte te krijgen die zich van het heilzaamste dieet of het hevigste sporten niets aantrekt, al proberen de gezondheidspriesters zeker de hartpatient en het aidsslachtoffer, maar ook de kankerpatient nog wel wat eigen schuld in de schoenen te schuiven.